Dit is het verhaal van mama Melissa
Op aanraden van een vriendin – een doorwinterde borstvoedingsmama die zelfs aan tandemvoeden doet – begon ik rond 38 weken met het manueel afkolven van colostrum. Zo had ik al een klein voorraadje moedermelk, mocht onze kleine meid extra’s nodig hebben.
En wat was ik blij met die beslissing toen ik op tweede kerstdag 2023 na een pittige arbeid van meer dan 24 uur mama werd van een prachtige dochter. Ze maakte meteen indruk in het ziekenhuis met haar sterke zuigbehoefte – goed nieuws voor mijn melkproductie, maar minder voor mijn tepels, die door een te kleine aanhap flink te lijden hadden. Omdat we nog zoekende waren, gebruikte ik mijn colostrumvoorraadje om haar te ondersteunen en gewichtsverlies te beperken.
De eerste twee weken waren heel zwaar
Niet vanwege een tekort aan moedermelk – ik grapte zelfs dat mensen zouden denken dat ik voor iets anders opgenomen was, met mijn door stuwing gigantische boezem – maar door de pijn van kloven. Bovendien maakte ik me zorgen over de onwetendheid om dit te verzorgen. Elke voeding was echt op de tanden bijten tegen de pijn.
Toch zette ik door. Mijn mantra was: ‘Probeer het een maand. Lukt het niet, dan kan je altijd overstappen op kunstvoeding.’ Maar twee weken en goed advies van mijn vroedvrouw/lactatiekundige later, waren de kloven genezen en werd voeden eindelijk pijnvrij. Vanaf dan is de gedachte aan stoppen nooit meer in mij opgekomen. Integendeel zelfs.
Na vijf heerlijke maanden thuis met mijn dochtertje, begon ik weer fulltime te werken
Tijdens de zwangerschap had ik me voorgenomen om dan stilaan te stoppen, maar afscheid nemen van ons borstvoedingsverhaal lukte me niet. Met een goed gevulde vriezer, een enkelzijdige elektrische borstkolf en veel moed begon ik eraan.
Rond zes maanden kwam een eerste productiedip. Door fout advies over fleshoeveelheden en een te vroege focus op vaste voeding, zakte mijn opbrengst. Gelukkig konden we de curve van onze dochter snel herstellen, al raakte mijn kolfproductie nooit meer op hetzelfde niveau. Desondanks bleef ik voldoende produceren voor de opvang.
Op 11 maanden volgde een tweede, zwaardere dip.
Mijn opbrengst daalde verder, mijn diepvriesvoorraad slonk en met tranen in de ogen moest ik kunstvoeding bijgeven. Ik was bang dat dit het einde was van ons verhaal.
Tot diezelfde vriendin me een kolfconsult aanraadde. Na wat opzoekwerk kwam ik bij Evi terecht. Het was een rit van twee uur, maar zo de moeite waard. Mijn enkelzijdige borstkolf bleek niet meer geschikt, en na wat testen vonden we de dubbele Luvion kolf als beste match. Ik kreeg ook andere tips van Evi om mijn productie weer op te krikken.
En jawel, het werkte
Stap voor stap klom mijn opbrengst weer omhoog en verdwenen de schepjes kunstvoeding. Ik kon mijn dochter opnieuw ‘volwaardige’ flesjes meegeven naar de opvang.
Vandaag zijn we 15 maanden verder en krijgt ze nog steeds borstvoeding. Mijn voorraad is klein, maar ik kolf nog steeds voldoende voor één flesje per dag. Ik durf te zeggen dat Evi op een cruciaal moment ons verhaal gered heeft. Wat ik nu vooral besef: elk borstvoedingsverhaal is anders, en zeker het eerste is er eentje van vallen en opstaan.
Aan alle (toekomstige) borstvoedende mama’s: geef niet te snel op. Vertrouw op je buikgevoel en omring je met mensen zoals Evi.